Eindelijk komt de lente eraan. Dat betekent dat het warmer wordt buiten en de rolschaatsen weer vaker aan kunnen. Steeds meer mensen ontdekken hoe leuk rolschaatsen is, maar komen er dan ook achter dat het niet zo makkelijk is. Vandaar dat ik vandaag een paar rolschaatstips deel, zodat je gerust op pad kunt.
Tip 1: Alles draait om balans
Al tientallen jaren zijn we meer aan het skeeleren dan aan het rolschaatsen en dan is een rolschaats aan je voet toch een beetje gek. Door de hak ligt je zwaartepunt verder naar voren en je wielen staan ook naast elkaar en niet alleen achter elkaar. Een beetje een vreemde gewaarwording in het begin.
Als we het over rolschaatsen hebben (en dus ook bij deze rolschaatstips) zal balans altijd het belangrijkste zijn. Als je je balans kwijtraakt dan val je. Zo simpel is het. Het is dus best belangrijk om in het begin oefeningen te doen om te wennen aan je rolschaatsen en om constant te weten waar je balans ligt.
Hiervoor zijn wat simpele oefeningen te doen. Ga bijvoorbeeld op één been staan en wissel dat af. Natuurlijk kan dit ook tijdens het rijden. Ook een fijne oefening is bubbels maken. Je rijdt eigenlijk constant een O, benen naar buiten en weer naar elkaar toe. In het begin zal het misschien niet zo vanzelf gaan, maar dat komt goed.
Zelf heb ik, vooral de eerste weken, veel filmpjes gekeken op YouTube. Mijn favoriet? Dirty Deborah Harry!
Tip 2: Eén been voor
Dit is, naar mijn idee, de beste tip voor als je buiten rolschaatst. Zorg dat je altijd één been voor je hebt (zie foto).
Als ik lekker kilometers aan het maken ben dan ben ik niet altijd alleen maar aan het afzetten, maar rol ik ook wel eens lekker uit. Op dat moment zorg ik er altijd voor dat mijn ene voet voor de andere rijdt. Dit is vooral erg handig als er een hobbel in de weg zit of andere oneffenheden. Je staat veel stabieler en als het even misgaat met je balans dan kan je andere been het opvangen. Deze manier van rollen heeft mij al vaak behoed van vallen.
Tip 3: Strik je veters goed
Deze tip kreeg ik van een behoorlijk ervaren rolschaatser: strik je veters niet helemaal tot bovenaan, maar net tot boven je enkels.
Dit heeft met je bewegingsvrijheid te maken. Je belemmert jezelf als je de veters helemaal tot bovenaan vastmaakt. Sinds ik dit weet, strik ik mijn veters anders en ik merk duidelijk verschil. Je kan gewoon veel meer en daarnaast zit het ook een stuk lekkerder zo.
Tip 4: Zorg dat je rolschaatsen goed afgesteld staan
Nogal een inkopper he? Als rolschaatsen van de fabriek afkomen, zijn de wielen vaak te strak aangedraaid. Dat rijdt helemaal niet zo lekker. Controleer regelmatig of je wielen nog goed vast zitten, maar ook of ze lekker draaien. Ze moeten niet loszitten, maar een beetje speling mag er best op zitten. Controleer ook altijd even of de stopper goed vastzit.
Pas geleden heb ik het artikel De juiste rolschaats geschreven. Hier vind je meer informatie over het kopen van rolschaatsen.
Tip 5: Oefenen, oefenen, oefenen
Goed kunnen rolschaatsen vergt tijd en herhaling. Het is snel te leren en binnen een paar dagen rijd je zo een eind weg, maar echt leuke moves maken dat duurt wel even.
Zelf vind ik het heerlijk om een rustige plek te zoeken met een goed stuk asfalt om oefeningen te doen en te trainen. Ik ben dan uren zoet. Ik kan alleen nog niet zeggen dat ik goed ben in rolschaatsen. Misschien word ik dat ook nooit meer, maar ik heb er in ieder geval wel heel veel plezier in. Dat is en blijft toch het belangrijkste.
Dit waren mijn rolschaatstips. Ik hoop dat je er wat aan hebt gehad. Mocht je vragen hebben dan ben je vrij om een berichtje te sturen natuurlijk.
Heb jij misschien nog tips voor mij, want dan hoor ik het ook heel graag natuurlijk.
Liefs!
